Hij is gezien door Jakobus en daarna nog eens door alle apostelen.
(1 Korinthiërs 15:7)
Want ook zijn broers geloofden niet dat Hij de Christus was.
(Johannes 7:5)
Zijn familie, die dit hoorde, ging er naar toe om Hem te halen. ‘Hij weet niet meer wat Hij doet,’ zeiden zij.
(Marcus 3:21)
Voortdurend baden zij eensgezind met elkaar, samen met de vrouwen die met Jezus waren meegekomen, zijn moeder Maria en zijn broers.
(Handelingen 1:14)
Want als u alleen maar luistert en niets doet, lijkt u op iemand die in de spiegel heeft gekeken 24 en meteen daarna weer vergeten is hoe hij er uitziet. 25 Maar als u zich blijft verdiepen in Gods wet die vrijheid brengt, en die niet alleen goed onthoudt maar er ook naar leeft, dan zal God u zegenen in alles wat u doet.
(Jakobus 1:23-25)